Hoe was de overstap naar Lievens?
In eerste instantie dacht ik: een bureau, is dat wel iets voor mij? Ik werkte toen namelijk al vele jaren voor een zorgorganisatie. Maar al snel besloot ik toch eens te gaan praten. Ik had niks te verliezen, toch? Mijn eerste gesprek voelde niet als een sollicitatie, maar meer als een fijn kennismakingsgesprek. Dat gaf mij meteen een goed gevoel. En gelukkig bleek dit wederzijds. Ik heb vanaf het begin een klik met de collega’s. We werken allemaal als communicatieadviseur voor verschillende opdrachten, maar het kantoor is een fijne basis waar we samen sparren of even kunnen spuien. Je kan altijd bij elkaar aankloppen.
Wat spreekt je aan in het werken bij een bureau?
Het voordeel van werken bij een bureau vind ik dat je kennis kan overdragen én dat je zelf ook altijd blijft leren. Je neemt bij elke opdracht die je doet je eigen ervaring en netwerk mee. Niet alleen van jezelf maar ook van collega’s die met andere opdrachten aan de slag zijn. We werken allemaal aan hele uiteenlopende projecten, maar komen vaak vergelijkbare uitdagingen tegen.
Wat het voor mij echt interessant maakt is de afwisseling en vrijheid in opdrachten. Je kijkt bij verschillende organisaties in de keuken en je leert veel nieuwe mensen kennen. Maar ondertussen houd je je basis bij Lievens. Die balans vind ik erg fijn. En als senior communicatieadviseur ben je van begin tot eind betrokken bij een opdracht. Je krijgt veel vrijheid en verantwoordelijkheid. En er wordt echt gekeken of een opdracht bij je past, maar tegelijkertijd ook of de opdracht je uitdaagt.
Wat daagt jou uit in je werk?
Het feit dat ik mijn kennis en ervaring kan overbrengen en aan de andere kant zelf ook nog steeds elke dag dingen leer. Dat was ook precies waar ik naar op zoek was. Voorheen werkte ik in een vaste jaarlijkse cyclus met taken die telkens terugkwamen. Nu wisselen opdrachten en taken meer af. Naast langlopende opdrachten zoals bij dijkversterking Hansweert voor waterschap Scheldestromen werk ik aan kortere losse projecten bij verschillende organisaties.
Ook biedt Lievens volop de uitdaging om mezelf te blijven ontwikkelen. In mijn eerste jaar volgde ik bijvoorbeeld de training ‘Factor C’, gericht op omgevingsbewust werken. Weten wat er speelt in de omgeving en daarop inspelen met je communicatieaanpak. Mijn vers geleerde skills kon ik meteen in de praktijk toepassen bij mijn opdracht voor een Zeeuwse woningcorporatie, waar ik een communicatie- en participatieplan voor schreef. Dit jaar volg ik een training over het begeleiden van groepen en modereren van – al dan niet beladen – bijeenkomsten.
Daarnaast plannen we vaak interne kennislunches in waar we, onder het genot van lekkere broodjes, ervaringen kunnen delen uit het werkveld. En we organiseren ieder jaar een kwaliteitsdag, bijvoorbeeld over verandercommunicatie of zakelijk tekenen. Op deze manier blijven we ons individueel en als bureau continu ontwikkelen.
En overheidscommunicatie, is dat niet saai?
Nee, zeker niet! Het leuke aan overheidscommunicatie vind ik dat iedereen ermee te maken heeft. Dat maakt het juist uitdagend om het zo begrijpelijk mogelijk te maken. Of het nu gaat over een afsluiting van een weg, over energie of over een dijk. Het gaat vaak om een grote en diverse groep mensen die je wil bereiken. We gaan dan echt aan de slag om de communicatie zo concreet en tastbaar mogelijk te maken. Dat is soms lastig omdat je van verschillende partijen afhankelijk bent, zoals bestuurders of aannemers op een project. De boodschap die we brengen is niet altijd leuk, maar toch krijgen we regelmatig waardering voor hoe we deze brengen. Bij Hansweert bijvoorbeeld, merken we dat mensen het erg op prijs stellen dat we echt luisteren naar de zorgen en de wensen van bewoners in de buurt van de dijken. Ons doel is om niet alleen te zenden, maar juist iets te doen met de input uit de omgeving.