Corona gooit roet in het eten

Karlijn: “Als publieksvoorlichter breng je omwonenden op de hoogte van wat ze te wachten staat. In de planologische fase, maar ook zeker tijdens de uitvoering. De bouw van een nieuwe hoogspanningsverbinding zorgt namelijk voor een ingrijpende verandering in de directe leefomgeving. Het wordt dan echt zichtbaar. Dat realiseren we ons erg goed. Daarom vinden wij het persoonlijke contact met de omwonenden van groot belang. Door corona werd ons dat moeilijk gemaakt. Normaal organiseren we informatieavonden, zodat iedereen kennis kan maken met de aannemer en we specifieke vragen en zorgen kunnen wegnemen. Het informatiecentrum moest ook dicht. Hier kunnen we bezoekers via films, een maquette en met grote posters laten zien welke werkzaamheden er precies plaatsvinden en waarom. Ook hebben we hier alle ruimte om met een bakje koffie met omwonenden het gesprek aan te gaan en te luisteren wat er speelt. Dat wilden we niet kwijt. We pasten daarom een aantal middelen aan.”

Een foto van een klas voor leerlingen met op de voorgrond een lespakket van TenneT

Digitaal werd de norm

In september organiseerde TenneT een digitale informatieavond als startschot van het uitvoeringsfase. Deelnemers konden net als bij een fysieke bijeenkomst vragen stellen via een chatfunctie. Karlijn: “Een voordeel van de digitale sessie was dat we een groot publiek bereikten. Omwonenden konden de sessie namelijk terugkijken. Omdat het informatiecentrum dicht moest, richtten we met de aannemers een maandelijks digitaal spreekuur in. Zo konden geïnteresseerden ons toch nog zien én spreken. Daarnaast werd een speciaal projectnummer geïntroduceerd en gebruiken we de BouwApp, waarin aannemers updates van de werkzaamheden kunnen plaatsen à la Facebook. Ook richtte het team de projectatlas in, waarop je online per mastlocatie ziet hoe de nieuwe situatie eruit komt te zien, waar er aan landschappelijke inpassing wordt gedaan én waar er gewerkt wordt. Om ook de jongere doelgroep te bereiken, ontwikkelden we een ‘coronaproof’ scholenpakket. Het is zo samengesteld dat leraren zelf aan de slag kunnen met een praktische les over de werking van energie, veiligheid bij bouwprojecten en het project in Zeeland. De box is heel goed ontvangen en we zijn trots op het resultaat. We kunnen nu toch bij scholen ‘langs’, op een veilige manier! Digitaal konden we het een en ander uitleggen, als de leraar of lerares dat prettig vond.”

Digitaal vervanging voor live?

Publieksvoorlichting werd dus een digitale onderneming. En dat kon gelukkig, in deze tijd. Maar het is niet hetzelfde. “Want hoewel de digitale sessie in september een prima oplossing bood, mis je toch het persoonlijke gesprek”, vertelt Sander. “Zo’n digitale bijeenkomst is een tijdelijk redmiddel, niet als blijvende vervanging voor persoonlijk contact. Omwonenden zien grote veranderingen in hun directe omgeving. In zo’n situatie is niet alleen informatievoorziening belangrijk. Er speelt ook emotie. Daarom nodigden we in september direct omwonenden in kleine groepen ook uit om nog naar een inloopbijeenkomst te komen. Dit kon toen, met inachtneming van de nodige coronaregels.” Ook het digitale spreekuur was geen echte vervanging voor een informatiecentrum. “Je gaat ervan uit dat omwonenden digitaal vaardig zijn. Daarnaast zagen we dat het toch een drempel was om online aan een vergadering deel te nemen. Met het oog op de toekomst is het in ons vakgebied dus van belang dat persoonlijk contact weer terug komt.”

Op de vraag aan Sander of we in ‘het nieuwe normaal’ publieksvoorlichting volledig gaan digitaliseren, is het antwoord dan ook volmondig: “Nee!”